top of page
  • Bart Roest

Complicaties

Na de operatie is het altijd belangrijk dat je weer zelfstandig naar de toilet kunt. Ik voelde de aandrang in mijn blaas goed en ben met behulp van een verpleegkundige naar het toilet gegaan. Er kwam niet veel plas uit en de aandrang bleef ik voelen. Het lukte mij niet om te plassen en dat was een heel vervelend gevoel. De verpleegkundige heeft toen met een bledder gekeken hoeveel urine er nog in mijn blaas zat en dit was bijna een halve liter. Er werd toen gekozen om een eenmalige katheter te plaatsen om de urine eruit te laten lopen. “U begint op een leeftijd te komen, dat de prostaat wat groter wordt en dat maakt het plassen moeilijker”. Kreeg ik doodleuk van de verpleegkundige te horen. Ik voelde me een beetje beledigd… Later die dag voelde ik weer aandrang en ben ik weer naar het toilet gegaan. Helaas lukte het wederom niet om goed leeg te plassen en werd er voor de nacht een katheter geplaatst. “Nu hoeft u vannacht niet meer uit bed om te plassen, dat is toch weer een mooi voordeel”, zei de verpleegkundige om mij een beetje te doen ontspannen. Het was een goed gevoel dat de blaas leegliep, het ontspande meteen.


De volgende ochtend ging de katheter er weer uit en moest ik weer op het toilet plassen en veel drinken om de blaas te activeren. Ik heb volgens mij nog nooit zoveel gedronken op één dag als op 13 januari 2022. Al snel moest ik naar de toilet en ik had het gevoel dat ik best een aardige plas deed. Echter bleek er nog 400 ml in de blaas te zitten. De verpleegkundige vertelde dat ze pas tevreden waren als het onder de 100 ml was. Nog meer drinken, nog meer plassen… maar helaas kwam het maar niet onder de 100 ml. Zo werd op een gegeven moment de avondmaaltijd geserveerd. Marianne ging naar huis om zelf ook te eten. Het leek erop dat ik nog niet naar huis zou mogen vanwege de blaas die niet mee wilde werken! De verpleegkundige van de avonddienst was gelukkig nog steeds vol vertrouwen dat ik naar huis zou kunnen. Dus ik bleef drinken en plassen en toen kwam hij uit op 100 ml. De verpleegkundige gaf mij een high five en vertelde me dat de dokter ook nog overleg had met de uroloog en dat ik misschien plaspillen mee naar huis zou krijgen. Na nog een keer plassen zat er minder dan 100 ml in en waren de plaspillen niet meer nodig. De blaas deed het weer! De arts-assistent kwam nog even kort aan mijn bed en vertelde dat ik naar huis mocht gaan.

Rechtop lopen was nog wel een dingetje, er waren in totaal 4 incisies gemaakt in mijn buik en ze waren allen weer netjes gehecht met zelf oplossende hechtingen. Als ik rechtop ging staan, dan voelde ik die hechtingen flink trekken. In huis liep ik een beetje als een schaatser, met mijn handen op de rug. Ik ging alleen een stuk minder hard dan een schaatser. De vrijdag ging zonder noemenswaardige zaken voorbij. Toen brak de zaterdag aan. Ik had meer last van mijn rug en dit verweet ik aan het kromme lopen van de afgelopen dagen. Die houding kan niet goed zijn voor iemand die altijd al last van rugklachten heeft. De rugpijn werd steeds wat heftiger en ik had ook het idee dat ik vaker naar de toilet moest. Begin van de avond was mijn urine rood van kleur en hier schrok ik heel erg van. Ik gebruikte inmiddels weer vol de Fraxiparine 0.9 ml 2x daags en inmiddels ben ik ook overgestapt op Fenprocoumon (antistolling). Bloed in de urine is dan best een spannend gegeven. Ik heb Marianne geroepen en het haar laten zien. We konden maar één ding bedenken en dat is het bellen van de eerste hulp van het VUMC. Ik kreeg te horen dat ik moest komen en we hebben mijn broer gebeld om te vragen of hij mee kon naar de eerste hulp, want dan kon Marianne bij de kinderen blijven. Dit lukte gelukkig en een klein uurtje later zat ik op de eerste hulp. Ik kreeg een potje waar ik in moest plassen en ik kwam met een potje met donkerrode urine terug. Ik was hier erg van geschrokken. Dezelfde arts-assistente als donderdagavond kwam de kamer binnen en ik was blij een bekend gezicht te zien. Ik wees meteen naar het potje met donkerrode urine en ze knikte bevestigend. Ze vertelde me dat ik een fikse blaasontsteking had en ik mocht weer naar huis met een antibiotica kuur.

Op zondagavond begon mijn buik blauw te kleuren. Ook dit was een naar gezicht, een grote bloeduitstorting liep langs alle incisies (zie foto). Op maandagochtend heb ik contact opgenomen met de chirurgie van VUMC. Ik heb foto’s van mijn buik genomen en deze naar ze gemaild, daarna heb ik de afdeling kort verblijf gebeld, om ze op de hoogte te stellen dat ik foto’s gestuurd heb. Ze beloofden mij, dat ik bericht zou krijgen van de chirurg. Eind van de dag heb ik nog geen reactie gekregen. Ik was in een ontkennende fase en vatte het niet terugbellen op als, ‘er is geen nood’. Op dinsdag was het strakke gevoel, wat ik op mijn buik voelde, verminderd en ik had een betere dag. Hierdoor werd de noodzaak om een arts te spreken kleiner. Op woensdag veranderde dit weer. Mijn buik stond zo strak dat één van de hechtingen is gesprongen en weer begon te bloeden.


Ik voelde zo’n afkeer om weer het VUMC te moeten bellen. Toen besloot ik om de huisarts te bellen, wellicht dat zij even kon kijken of mijn buik nog goed voelde. Mijn vader is met mij mee geweest naar het gezondheidscentrum. De assistente ontving mij en heeft een hechtpleister geplakt op de gesprongen hechting. De huisarts wilde niet komen kijken. Ze vond dat ik naar het VUMC toe moest met de strakke buik en wilde hier geen verantwoordelijkheid in nemen. Mijn eigen huisarts was niet aanwezig, maar ik kon ook wel begrijpen dat de huisarts dit zei. Thuisgekomen heb ik toch weer de afdeling Kort verblijf gebeld en ik kreeg een verontwaardigde verpleegkundige aan de telefoon. Hij vond het geen stijl dat ik nog niet gebeld was door de chirurg. Tien minuten later had ik een gejaagde arts-assistente aan de telefoon. Ze klonk onaardig en kortaf. Ik vermoed dat ze op haar kop had gehad van de verpleegkundige. Ze vroeg me wat ik nu wilde. “Gerustgesteld worden!” was mijn antwoord. Ik voelde me een beetje een aansteller… alsof ik te vaak belde met het ziekenhuis om ieder wissewasje. De arts-assistente besloot dat ze me morgen zou terugbellen en als het dan niet beter aanvoelde ik weer naar de eerste hulp zou moeten komen. Een beetje overdonderd ben ik hier akkoord mee gegaan.

De volgende ochtend voelde mijn buik mega strak. De spanning op de hechtingen was niet normaal. Het deed me zo zeer. Ik had die ochtend een afspraak met de psycholoog via Zoom (beeldbellen). Hier heb ik het ook over de buik gehad en dat het zo’n zeer deed en helemaal blauw was. Zoals in een droom die ik eerder had gehad en waar ik het ook met mijn psycholoog over had gehad. De psycholoog vroeg mij, wat ik straks zou gaan zeggen tegen de arts als ze belde. “ik wil vandaag gezien worden”, was mijn antwoord. Direct na het gesprek met de psycholoog heb ik zelf weer de afdeling Kort Verblijf gebeld. “Hebben ze je nou nog niet teruggebeld?” kreeg ik de vraag van de verpleegkundige. Ik moest de situatie bijna sussen… Ik werd doorverbonden met de arts-assistente en ik meldde haar dat mijn buik erg opgezwollen was en alle hechtingen erg onder druk stonden. Dat ik graag wilde dat dit vandaag nog gecheckt zou worden. De arts-assistente nodigde mij uit op de eerste hulp en samen met Marianne ben ik hier naar toe gereden.

We werden opgevangen door een leuke jonge verpleegkundige. Hij keek ons aan en zei… “Ik ken jullie van de scouting”. Het bleek een oude Welp van mij te zijn, Django. Jammer genoeg geen leuke situatie om iemand tegen te komen die je kent. Maar toch wel leuk om te zien dat hij eerste hulp verpleegkundige is geworden bij het VUMC. Hij leidde ons naar een kamer en al snel kwam de arts binnen om de buik te checken. Ook de chirurg die mij geopereerd had kwam kijken naar mijn buik. De chirurg legde uit dat door de slechte doorbloeding naar het hart toe, alle haarvaatjes erg onder druk stonden. Dat hierdoor erg snel grote blauwe plekken ontstaan en dat dit ook gebeurd is in mijn buik. Die bloeduitstorting moet weer opgeruimd worden door het lichaam en dat heeft tijd nodig. Hij begreep heel goed, dat ik hier flink last van had en schreef nieuwe pijnmedicatie voor. Oxycodon langwerkend 2x daags 10 mg en Oxycodon kortwerkend 5 mg zo nodig om de drie uur. Hiernaast moest ik doorgaan met de paracetamol 4x daags 1000 mg en de ibuprofen 3x daags 400 mg. Ik had het gevoel dat ik volledig stoned gemaakt ging worden. Ik ken Oxycodon van mijn opname in het ziekenhuis, 2 jaar geleden. Ik was toen ook erg stoned van dat middel. Ik sprak met een dubbele tongval en was wat remloos in het maken van opmerkingen. Zo heb ik toen tegen mijn vaatchirurg gezegd dat ze mooie ogen had. Ik voelde weerstand om dat middel weer te gebruiken, maar wist ook dat deze pijn niet houdbaar was en ben dus direct begonnen met het slikken van deze pijnstillers.



bottom of page