top of page
  • Bart Roest

Galblaasoperatie

Bijgewerkt op: 2 feb. 2022

Ik heb al een tijd niets meer geschreven. Dit komt vooral door de hectische maand die ik zojuist achter de

rug heb. Het is een lang verhaal en daarom leek het mij beter om het in meerdere delen te schrijven op

mijn blog. Dit is het eerste deel en gaat over de operatie.


Vrijdag 7 januari kreeg ik te horen dat de operatiedatum bekend was en dat ik op woensdag 12 januari geopereerd zou worden aan mijn galblaas ( laparoscopische cholecystectomie). Dit vanwege chronisch galsteenlijden. Dit bracht wat stress teweeg, want ik zou vijf dagen van te voren moeten beginnen met Fraxiparine spuiten, in plaats van de acenocoumarol (antistolling). Aangezien ik nog geen recept had voor deze injecties, heb ik direct contact gezocht met mijn vasculaire internist van het VUMC. Gelukkig belde hij snel terug. Hij beloofde mij direct het recept te sturen naar de apotheek, echter kwam deze niet aan. Mijn stress kwam tot een hoogtepunt om 15.30 uur toen ik de assistente van de interne aan de telefoon had en zij mij niet kon verzekeren dat het goed kwam. Gelukkig belde de apotheek om 16.30 uur dat het recept was binnengekomen en dat ik de injecties kon komen ophalen.


Vijf dagen lang twee injecties ’s morgens en twee injecties ’s avonds. Ik moest namelijk 2x daags 0.9 ml Fraxiparine injecteren. Het is heel onnatuurlijk om een naald in je eigen buik te moeten zetten en de eerste keer heb ik zo’n vijf minuten naar mijn buik gestaard met de spuit in mijn hand. Dinsdagavond heb ik de laatste 2 injecties gezet. Fraxiparine heeft namelijk een korte werking van 12 uur. De vasculaire internist wilde mij zo kort mogelijk voor de operatie laten stoppen met de antistolling, vanwege de grote kans op trombose als ik van de antistolling af ging. 18.00 uur de laatste injectie hielt dus in dat de werking van de antistolling om 6.00 uur was uitgewerkt.


De jongens mochten logeren bij oma, wat echt superfijn was. Marianne (mijn vrouw) en ik zijn er dinsdagavond ook wezen eten en ik heb hier afscheid genomen van de kids. Dit was een moeilijk momentje, want de spanning gierde door mijn lichaam. Ik had het gevoel dat de operatie niet zo simpel zou zijn en mijn lichaam heeft in het verleden al vaak genoeg laten zien, dat herstel van een ingreep niet vanzelf gaat. Het was voor mij een gevecht tegen de tranen, want ik wilde naar de jongens vertrouwen uitstralen, ze het gevoel geven dat het allemaal goed zou komen met papa. Maar dat gevoel had ik zelf, eerlijk gezegd niet. Thuisgekomen heb ik mijn tas gepakt voor een nachtje slapen in het ziekenhuis en ben ik met Marianne nog wat wezen ontspannen op de bank.


De volgende ochtend moest ik mij om 7.00 uur al melden op de afdeling kort verblijf van het VUMC in Amsterdam. Ik werd hier opgewacht door een vriendelijke verpleegkundige, die mij mijn kamer liet zien en de gegevens controleerde. Naast mij lag een jongeman die net ontwaakte. Ik deed mijn operatiehemd (verkeerd om) aan en wachtte tot ik zou worden opgehaald. Vlak voordat de patiëntenvervoer me ophaalde kwam de verpleegkundige mij vertellen dat mijn operatiehemd andersom moest. Ik vond dit onlogisch, omdat dan de opening aan de achterkant zou zitten, terwijl ze aan de voorkant gingen opereren. Marianne liep met mij mee tot de deuren die naar de operatieafdeling leidden. Hier namen we afscheid met een korte knuffel en een zoen. “Alles zal weer goed komen!”.


En zo kwam ik op een afdeling terecht die ik een beetje te goed heb leren kennen. Twee jaar geleden werd ik vijf dagen achter elkaar naar de operatieafdeling gebracht. Ze noemen de voorbereidingsruimte en uitslaapruimte Pacu. De herkenning deed bij mij de angst doen toenemen en ik deed mijn ogen dicht en haalde een aantal keren diep adem. Dit heb ik meerdere keren herhaald als ik de paniek voelde opkomen. Een hele vriendelijke anesthesiste wachtte mij op en ik vertelde haar dat ik mij paniekerig voelde en legde het trauma aan haar uit wat ik hier twee jaar geleden had opgelopen. Ze begreep mij en ze legde alles heel rustig en duidelijk uit. In de operatiekamer moest ik verschuiven op de operatietafel de anesthesiste begeleidde mij hierin en ging toen achter mij zitten. Ik hoorde nog steeds haar stem en ze vertelde mij stap voor stap wat er ging gebeuren. Er kwam een kapje op mijn neus en mond en hier werd zuurstof doorheen geblazen. Ik moest diep ademhalen en dit blijven herhalen. En toen viel ik in slaap.

Ik werd wakker gemaakt door een vriendelijke jongeman die alle controles bij mij deed en bij mij in de buurt bleef. Hij vroeg naar de pijn en mijn rechterzij deed zeer. Ik kreeg van hem pijnmedicatie en na ongeveer een uur mocht ik terug naar de afdeling kort verblijf. Ik werd opgehaald door twee verpleegkundigen. Ik was inmiddels wat stoned door de morfine die ik gekregen had en ik word dan altijd een beetje melig. Het is na zo’n narcose altijd een beetje een wazig gedoe. Ik weet daarom ook niet meer zoveel van het wakker worden en het op de afdeling terugkomen. Marianne werd door de afdeling gebeld dat ik weer terug was. De jongeman die naast mij lag, verhuisde al snel naar een andere afdeling. Hij vertelde dat hij een stofwisselingziekte had. De chirurg kwam me vertellen dat de operatie goed was verlopen, geen complicaties. Ze vond het bijzonder om te zien hoeveel adertjes er extra door mijn buik liepen door de afwezigheid van de vena cava inferieur. De volgende ochtend mocht ik weer naar huis, vanaf nu iedere dag een stukje beter! Dat was het doel, helaas zou dit ietsjes anders uitpakken… Daarover vertel ik in deel 2 van dit verhaal.




bottom of page