Als je er vanuit gaat dat iemand een vooroordeel over je hebt, dan ben je zelf eigenlijk ook een oordeel aan het vellen, zonder dat je weet of het echt zo is of niet. Ik zal een voorbeeld noemen. Sinds twee jaar heb ik een invalide parkeerkaart, iedere keer als ik mijn auto parkeer op een invalide parkeerplaats voel ik mij ongemakkelijk. Ik ben blij met de kaart hoor, want dit betekent dat ik dichter bij mijn doel kan parkeren en dat er dus veel meer haalbaar wordt om naar toe te gaan, of minder belastend. Maar ik heb ook vaak het gevoel dat mensen oordelend naar mij kijken. Ik ga er eigenlijk vanuit dat mensen denken, ‘wat doe jij op die parkeerplaats?’. Maar feitelijk zie ik alleen maar iemand kijken. Ik zie niet wat ze denken en de onzekerheid die ik erbij ervaar, is mijn eigen onzekerheid, is mijn gevoel en kost mij energie die ik beter kan benutten voor andere zaken. Toch is dat makkelijker gezegd dan gedaan, maar een eerste stap hierin is bewustwording en die is er. Ik weet dat ik het “oordelen” van andere mensen feitelijk moet bekijken. Er kijkt iemand naar mij, terwijl ik uitstap, meer is het niet. Wanneer iemand nadrukkelijk kijkt ga ik voortaan reageren met een goedendag wensen. Wellicht geeft dit een opening voor een praatje en kan ik mijn oordeel, dat zij oordelen, staven.
Ik voel die oordelen ook als ik wissel van rolstoel naar krukken, bijvoorbeeld in een museum. Door de slechte doorbloeding in mijn benen, moet ik het lopen afwisselen met het zitten. In de rolstoel zit ik met mijn benen naar beneden, hierdoor wordt de doorbloeding nog minder en krijg ik meer last van mijn benen. Ik kan niet lang meer met mijn benen naar beneden zitten. Na een uur krijg ik echt pijn, wat verder oploopt als ik blijf zitten. Als ik loop, activeer ik de kuitspier en die pompt het bloed van de voeten/onderbenen weer naar boven. Ik moet hetzelfde doen met autorijden. Ik kan weer prima auto-rijden, maar na ongeveer driekwartier zoek ik een parkeerplaats op en ga ik even een klein stukje lopen. Daarna kan ik er weer even tegenaan. Als ik uit mijn rolstoel opsta, dan kijken mensen. Tenminste, dat gevoel heb ik. Vorige week was ik met mijn gezin naar het Spoorwegmuseum. We gingen daar onder andere naar het theater en ik mocht via een zijingang naar binnen met de rolstoel. Als rolstoelgebruiker was mijn plek helemaal achteraan, terwijl mijn gezin vooraan zat. Ik stond dus op, liet mijn krukken ook op hun plek zitten en liep naar mijn gezin om naast ze plaats te nemen. Ik denk dat ik bang ben voor wat de mensen om mij heen dan denken over mij. Toen ik als zeventien jarige op de MBO verpleegkunde zat, moesten we met de klas de markt op. De ene helft zat in een rolstoel, de ander liep erachter. Dit had het doel om de reacties van omstanders te observeren. Twee klasgenoten hebben midden op de markt omgewisseld en de omstanders reageerden hier boos op. Ze voelden zich voor de gek gehouden en dat gevoel was ook wel juist. Wellicht dat mijn gevoel hier ook vandaan komt.
Wat ook opvalt, als ik in mijn mooie nieuwe Ferrari zit (rode rolstoel), dan bekijken mensen je op een
andere manier. Een goed mobiel persoon die over straat loopt, krijgt lang niet zoveel aandacht als een
persoon die in een rolstoel zit. Er zijn ineens zoveel mensen die mij vriendelijk aankijken en gedag zeggen. Echt heel opvallend. Mijn vrouw grapte hierover, dat het misschien komt omdat ik in de stoel een stuk kleiner ben, van 197cm naar 140 cm en dus meer naar mensen moet opkijken. Ook hierin kun je over oordelen. Ik vind het wel gezellig als mensen gedag zeggen, dat is mooi sociaal gedrag. Ik heb hier wel eens mijn zorgen over geuit tegen mijn omgeving, dat ik het gevoel heb dat de maatschappij steeds egocentrischer wordt. In het verkeer merkte ik dit het duidelijkst, er zijn maar weinig mensen die wat voor
de ander over hebben. Iedere auto is een individu en vindt zichzelf het belangrijkst. Maar ook op de camping, hier had ik het deze week nog met mijn vader over. Normaal was het best gezellig om bij de afwasplaats af te wassen, je had er een praatje met andere campinggasten, maar ook hier lijken de mensen steeds minder contact te zoeken met anderen. Is het een andere slag mensen die zijn komen glamperen op de camping, is het daardoor minder volks geworden? Of komt het soms door de mobieltjes, want iedereen zit op ieder moment met zijn neus tegen zo’n schermpje gedrukt. Ik betrap mijzelf er ook wel eens op hoor, maar hoe fijn is het om dat ding af en toe eens weg te leggen? Een paar jaar geleden moest ik voor mijn opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening een sociale opdracht uitvoeren, een gesprek voeren met een onbekend persoon. Dit heb ik direct op de terugweg uitgevoerd in de trein van Den Haag CS naar Hoofddorp. Ik heb mijn mobiel in mijn zak gehouden en ben gaan zitten op een vier persoons zitplaats. Er kwam een vrouw tegenover mij zitten en we hebben een superleuk gesprek gehad. Ik vond het bijna jammer om uit te stappen in Hoofddorp.
Maar goed, ik was deze blog begonnen met als titel (voor)oordelen, niet over sociaal gedrag. Ik blijf vrolijk de mensen om mij heen gedag zeggen. Het voordeel van in een rolstoel rondrijden, is dat je niet eens je mobiel in je handen kunt houden en dus veel meer oog hebt voor de omgeving, stuk veiliger ook. Ik ga de komende tijd oefenen in het herkennen van mijn eigen vooroordelen over omstanders, die mij dat ongemakkelijke gevoel geven als ik parkeer of wissel van zitten naar lopen of andersom. Kijken naar feiten, dat is wat ik moet doen en het gevoel dat het mij geeft, dat is iets van mijzelf.
Comentarios