Een aantal weken geleden heb ik een blog geschreven over oordelen. Over mijn gevoel, dat mensen naar mij kijken als ik parkeer op een invalideparkeerplaats, dat ze oordelen. Eerlijk gezegd voel ik mijzelf ook altijd nog bezwaard om op zo’n plek te parkeren. Het is niet zo dat ik mijn invalideparkeerplaats bij een pakje boter heb gekregen. Ik mankeer wat aan mijn benen, ik kan niet meer lopen zonder hulpmiddel. Om op mijn bestemming te komen zonder dat het mij veel energie kost, is de parkeerkaart erg prettig. Het gaat mij steeds beter af om gebruik te maken van de kaart en het lukt mij steeds beter om er geen negatieve gedachten bij te hebben. Het lukt mij steeds beter om mensen die naar mij kijken, gedag te zeggen. Maar….
Afgelopen maandag werd mijn vader tachtig jaar jong. Een leeftijd die mij een erg dubbel gevoel geeft. Mijn vader is namelijk erg belangrijk voor mij, mijn beste vriend en degene met wie ik goed kan praten, maar waarmee ik ook kan dollen en kan lachen. Tachtig klinkt zo oud, maar ik zie mijn vader nog niet als een tachtigjarige. Ik hoop hem nog lang om mij heen te hebben! Ik moest maandag eerst naar het VUMC voor een echo van de buik. Door de bloeding zit er nog een hematoom (bloeduitstorting) en die wordt nog in de gaten gehouden. Bij de vorige echo was de hematoom 8.5 cm in de omtrek. Nu nog 4.5 cm, hij krimpt dus aardig! Hopelijk zet dit nu snel door en ben ik snel er vanaf.
Na mijn ziekenhuisbezoek ben ik naar de bakker in Hoofddorp gereden en heb ik een paar gebakjes gehaald en een taartje, waarna ik door ben gereden naar mijn ouders. Natuurlijk heb ik ook nog een bosje tulpen gehaald, voor de gezelligheid. Met mijn handen vol, was ik niet in staat om mijn krukken te gebruiken en ik heb dan ook bewust gekozen om mijn auto vlakbij de ingang van het appartementencomplex te parkeren. Er is daar een loze ruimte, waar een auto goed past zonder anderen te hinderen. Het was een gezellige ochtend met z’n drietjes. De gebakjes van de bakker waren vers en heerlijk en na de lunch ben ik weer naar beneden gegaan.
Toen ik bij de auto aankwam begon een man tegen mij te roepen dat ik daar niet mocht parkeren. Ik had mijn gehandicaptenparkeerkaart voor het raam gelegd, zodat mensen konden zien dat ik daar niet vanwege luiheid parkeerde. Ik heb mijn duim naar de man opgestoken, zwaaide naar mijn ouders die op de galerij stonden om uit te zwaaien en startte de motor van mijn auto. De man kwam echter mijn kant op lopen en bleef voor de auto staan en riep nog eens dat ik daar niet mocht parkeren. Ik liet mijn gehandicaptenkaart aan hem zien, want wellicht had hij hem gemist. Hij zei toen letterlijk “daar heb ik niks mee te maken”. Ik heb hem toen verbaasd aangekeken en heb hem verteld dat ik met mijn auto mag parkeren op plekken als dit, zolang ik het overige verkeer maar niet hinder. De man was het hier niet mee eens en zei dat het een zogenaamde laden en lossenplek is en dat ik daar met een gehandicaptenparkeerkaart ook niet mocht parkeren. Ik legde hem uit dat ik normaal op krukken liep en dat ik nu mijn handen vol had met gebak en bloemen en daardoor de afstand van de gewone parkeerplaats naar het appartement van mijn ouders niet redde. De woorden die hij toen zei, ging bij mij door mijn ziel. “Met die kutsmoesjes heb ik niets te maken!” Ik wist niet wat ik hoorde. Hoe kan iemand zo begriploos zijn? Zo overtuigd van zijn eigen gelijk, dat een bewust kwetsende opmerking gemaakt moet worden? Ik voelde mijn bloed gaan koken, ik ben in geen tijden zo boos geworden en het liefst was ik uitgestapt om hem een flinke knal op zijn neus te geven. Dit heb ik niet gedaan. Ik heb hem aangekeken en gezegd dat ik boos begon te worden en dat vertrek. Ik heb mijn raam dichtgedraaid en ben weggereden.
De man is daarna nog verhaal gaan halen bij mijn ouders, die nog steeds op de galerij stonden om mij uit te zwaaien. Een dag later heb ik mijn vader aan de telefoon gehad en hij vertelde, dat hij een “egoïst’ was genoemd door deze ‘vriendelijke’ meneer. Wat ik heel vervelend vind van zo’n situatie is dat het mij heel veel negatieve energie kost. Ik ben de hele verdere dag bezig geweest met deze situatie en kon het niet loslaten. En nog steeds merk ik aan mijzelf dat het me nog wat doet. Kutsmoesjes, alsof ik mij aanstel… alsof ik eigenlijk niets mankeer. Kennen jullie dat? Dat je dan de hele tijd zit te bedenken, wat je eigenlijk had moeten zeggen. Of dat je bedenkt wat je gaat zeggen, als je die man weer tegen het lijf loopt. Ook ben ik het internet opgegaan om te kijken of ik wel in mijn recht stond. Ik mag met mijn invalideparkeerkaart inderdaad niet parkeren op een laden en lossenplek. Maar, een laden en lossenplek is zeer duidelijk herkenbaar door een verkeersbord en deze blonk hier van afwezigheid. Al met al is het zinloze energieverspilling. Maar het is ook niet makkelijk tegen te houden. Ik heb mijzelf vooral afgeleid en dat werkt het beste, maar ja… dan gaat ’s avonds het licht uit om te gaan slapen…. Voel je hem al?
Gisteren belde mijn vader op. Wat bleek, hij heeft de verhuurder en de bewonerscommissie aangeschreven om dit voorval bespreekbaar te maken. Vervolgens stond de secretaris van de bewonerscommissie voor de deur bij mijn ouders met een bos bloemen. Ze wilde hiermee laten zien dat ze het heel vervelend vond dat mijn ouders en ikzelf deze situatie hebben mee moeten maken. Ze gaf aan dat er geen parkeerbeleid is rondom de plek waar ik geparkeerd stond. Waar de man het idee vandaan haalt dat het een laden en lossenplek is, is haar een raadsel. Ze gaat het punt bespreken in de bewonerscommissie en houdt mijn ouders op de hoogte van de uitkomst hiervan. Lief van die mevrouw om er op deze manier in te springen.
Comments